Meten en maten

Waar gaat het over?

 

Meten is het vergelijken van een bepaalde grootheid met bekende standaardwaarden. Die standaardwaarden zijn afgesproken in het "Système Internationale des Unités", het S.I.-stelsel. Dit stelsel van eenheden wordt beheerd door het "Bureau international des poids et mesures" in Sèvres (Frankrijk).

 

Hoe werkt het?

 

Er zijn `7` basiseenheden (met eenheid) afgesproken, namelijk voor tijd (seconde s), lengte (meter m), massa (kilogram, kg), elektrische stroom (ampère A), absolute temperatuur (graden Kelvin K), hoeveelheid materie (mol) en lichtsterkte (candela cd). Voor andere grootheden zijn er afgeleide eenheden, zoals de m2 voor oppervlakte, de m3 voor inhoud/volume en de m/s voor snelheid.
En voor delen van die maten worden voorvoegsels zoals micro, milli, centi, deci, deca, hecto, kilo, mega, giga, tera,..., gebruikt.

Wie en wanneer?

 

Meten is al zo oud als de mens.

Oude eenheden zijn vaak afgeleid van natuurlijke maten en verschillen per regio. Denk aan de "duim", de "voet", de "el" (van schouder tot pols, over de elleboog). Bekende varianten zijn de "Rijnlandse voet", het "Gentse pond", en meer.

In 1798-1799 werd in de Napoleontische tijd de meter als eenheid vastgelegd en het metrieke stelsel ontworpen. Later werd dit het mksa-systeem (meter, kilogram, seconde, ampère). En daarna ontstond het S.I.-stelsel. Pas vanaf in 1960 is dat de internationale standaard.

Kernwoorden op deze pagina:

  • meetkunde
  • significante cijfers
  • S.I.-stelsel
  • grootheid
  • eenheid